De vijgpapegaaien uit het geslacht Psittaculirostris

De kleine en buitengewoon mooie vijgpapegaaien zijn niet bepaald gemakkelijke vogels om te houden. Tot de jaren zeventig werden ze maar weinig ingevoerd en zo is er dus nog veel over deze papegaaien onbekend. Ook broedresultaten zijn nog zeldzaam. Niettemin behoren ze tot de mooiste volièrevogels; hoewel actief zijn ze ook rustig en boeiend om naar te kijken. Er zijn vijf soorten gespreid over twee geslachten. We bespreken hier enkel de drie soorten uit het geslacht Psittaculirostris die allen de grote kop, de sterke snavel en de korte puntige staart gemeen hebben.

1. De Edwards vijgpapegaai

Frans: Loriquet d’Edwards

Engels: Edwards’ Fig Parrot

Duits: Edwards-Schmuckohrpapagei of Edwards-Feigenpapagei

Wetenschappelijk: Psittaculirostris edwardsii

Beschrijving

  • Man: de algemene kleur is groen; de kruin is geelgroen. De achterkant van de kop is olijfbruin die naar een zwarte band veranderd in de nek en achter de ogen. De wangen zijn rood, de veren die het oor bedekken geel. Hij heeft een groenblauwe vlek onder het oog en een smalle violet bleekblauwe band op de borst die zowel naar boven als naar onder naar een brede rode band overgaat. De binnenste vleugelpennen hebben een oranjerood uiteinde. De ondervleugelbevedering is bleekgroen. Er is een gele band die de onderkant van de vleugelbevedering kruist. De huid rond de oogring is grijs. De iris toont rood. De poten zijn lichtgrijs en de bek is zwart. Grootte: ± 18 cm.
  • Pop: als de man maar met een violetblauwe band in plaats van een brede rode.
  • Juveniel: als de pop maar met gele wangen die met rood onderbroken zijn. De oordekveren zijn groengeel en de iris is donker.
  • Verspreiding: Humboldt Bay, West Irian ten oosten van de Huongolf, Papua Nieuw-Guinea. De biotoop bestaat uit bossen, bosranden, gedeeltelijk leeg land op lage hoogtes en in de bergen. Deze papegaai komt er buiten het kweekseizoen voor in paren of in kleine groepen.
  • Geluid: er is een constante luide metallische roep.
  • Ondersoorten: geen.

2. De Salvadori’s vijgpapegaai

Frans: Loriquet de Salvadori

Engels: Salvadori’s Fig Parrot

Duits: Salvadori-Feigenpapagei

Wetenschappelijk: Psittaculirostris salvadorii

Beschrijving

  • Man: de algemene kleur is groen. Het voorhoofd toont bleekgroen. De kruin is groen met lichtbleke, stekelige veren. De nek, de wangen en de oordekveren zijn goudgeel: iedere pluim is verlengd. Er is een blauwe vlek achter het oog. De borst is rood, de middelste vleugelbevedering is oranje omzoomd. De ondervleugelbevedering is bleekgroen. De oogring toont grijs. De iris is roodbruin. De poten zijn lichtgrijs. De bek is zwart. Grootte: ± 19 cm.
  • Pop: als man maar met een bleekgroene band in plaats van rood op de borst. De kruin is bezet met blauwe pluimen er doorheen. De achternek is geelgroen. Er is een lichtgele band op de onderzijde van de vleugels. De ondervleugelbevedering is groen gezoomd. Aan iedere kant van de borst zijn er rode veren.
  • Juveniel: als de pop maar met een blekere bevedering. De jonge mannen bezitten een wat gebloosde borst onderbroken met rood. Bij de jonge vogel is de iris donker.
  • Verspreiding: de Geelvinkbay, van oost tot Humboldtbay West-Irian. Buiten de broedtijd komt deze soort ook paarsgewijs voor. De Salvadori’s vijgparkiet hangt vaak ondersteboven om zich te voeden.
  • Geluid: een hoge en metallische contactroep die geregeld onderbroken wordt en twee- tot driemaal herhaald wordt.
  • Ondersoorten: geen.

3. De Desmarestvijgpapegaaien

Frans: Loriquet de Desmarest

Engels: Desmarest Fig Parrot

Duits: Desmarest-Keilschwanzzwergpapagei

Wetenschappelijk: Psittaculirostris desmarestii

Beschrijving

  • man: de algemene kleur is groen. Het voorhoofd en de zijkanten van het voorhoofd zijn oranjerood dat overgaat naar oranjegeel in de nek en in de kruin. Het onderste gedeelte van de nek is lichtjes gemarkeerd. De wangen en de oordekveren zijn geelgroen. Er is een bleekblauwe vlek onder het oog en verder een bleekblauwe band over de borst met er vlak onder een smalle wijnrode band. De zijkanten van de borst zijn blauw. De ondervleugels zijn groen. Er is een lichtgele band aan de onderzijde van de vleugels. De oogring is zwart, de iris donkerbruin. De poten zijn grijs en de bek toont zwart. Grootte: ± 18 cm.
  • Pop: als de man.
  • Juveniel: als de ouders maar met een blekere gele kruin.
  • Verspreiding: het oostelijk gedeelte van Vogelkop, Peninsula, West Irian.
  • Ondersoorten: de Desmarest vijgpapegaaien kent vijf ondersoorten. Deze zijn:
  1. Psittaculirostris d. intermedia Nederlandse naam: Van Oorts vijgpapegaaien. Is als de desmarestii, maar de kruin en de nek zijn oranjerood. De wangen zijn geelgroen geel getint. De oordekveren zijn oranje gekleurd en er is bijna geen blauw in de nek. Grootte: ± 18 cm. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Onin Peninsula, West Irian.
  2. Psittaculirostris d. occidentalis Nederlandse naam : westelijke Desmarest’s vijgpapegaai. Is als de desmarestii maar de wangen en de oordekveren zijn geel. De onderkant van de nek heeft geen blauwe schijn. Er is een bleekblauwe vlek onder het oog die niet zo intensief is als bij de nominaatvorm en een meer groene bevedering er doorheen. Grootte: ± 18 cm. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van westelijk Vogelkop Peninsula, West Irian; Salawati en Batanta.
  3. Psittaculirostris d. blythii Nederlandse naam : Wallace’s vijgpapegaai. Is als de occidentalis maar de wangen en de oordekveren zijn bleek oranjegeel en de bleekblauwe vlek onder het oog is afwezig. Grootte: ± 18 cm. Het verspreidingsgebied beslaat het Misooleiland.
  4. Psittaculirostris d. godmani Nederlandse naam : Godman’s vijgpapegaai. Is als de desmarestii maar de kruin en de nek zijn oranjerood. De achternek, de wangen, de oordekveren en de keel zijn oranjegeel. De bleekblauwe vlek onder het oog is afwezig evenals de smalle dunne wijnrode borstband. Bij deze ondersoort mist de pop het groen in de nek. Grootte: ± 18 cm. Het verspreidingsgebied strekt zich uit over de Mimikarivier, in West-Irian, oostelijk van de Flyrivier en in Papua Nieuw-Guinea.
  5. Psittaculirostris d. cervicalis Nederlandse naam: Zuidelijke vijgpapegaai. Is als de desmarestii maar het voorhoofd, de kruin, de nek, de bovenwang en de oordekveren zijn oranjerood. De lagere oordekveren zijn geel. De onderkant van de nek en de borst tonen blauw. De bleekblauwe vlek onder het oog en de wijnrode smalle borstband zijn afwezig. Het lager gedeelte van de borst is oranjebruin omzoomd. Grootte: ± 18 cm. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van zuidoost Nieuw-Guinea.

Acclimatisatie

Na aanschaf is de vijgpapegaai nerveus en schuw. De vogel heeft zijn tijd nodig om zich aan te passen. Het gebeurt dat hij plots sterft zonder enig aanwijsbare reden. De acclimatisatie moet met zorg gebeuren. Een lactobacilluskuur via een dierenarts is nodig. Tegen eenzaamheid blijkt geen enkele vijgpapegaai opgewassen. U begrijpt dat deze vogels eigenlijk alleen door gespecialiseerde liefhebbers kunnen gehouden worden. Na acclimatisatie blijkt koloniekweek evenwel mogelijk te zijn. In de natuur wordt er gebroed vanaf oktober.

Kweek

Vijgpapegaaien leggen meestal twee eieren. De broedtijd is circa twee- tot vierentwintig dagen. De jongen worden met een bleekgele dons geboren. Ze verlaten het nest na ongeveer acht weken. Nog eens drie tot vier weken later kunnen ze als zelfstandig beschouwd worden. Jongen sterven gemakkelijk kort na het kippen of worden niet gevoederd door de ouders. De hier beschreven problemen hebben zich ook in het “Loro Park” in Tenerife voorgedaan. Ze worden geringd met een ring van 6 tot 6,5 mm.

Nestkast

Net als lori’s heeft de vijgpapegaai een nestkast nodig om zich ’s nachts of bij gevaar in terug te kunnen trekken. Bij voorkeur wordt een L-vormige type aangeboden van 12 x 25 x 12 cm hoewel de vorm niet zo’n rol speelt: kieskeurig is de vijgparkiet niet. Op de bodem worden houtschilfers gestrooid. De nestkast moet geregeld gereinigd worden omwille van de vloeibare ontlasting. Bedenk dat de vijgpapegaai met fruit de zitstokken besmeurt. Hygiëne is dan ook zeer belangrijk, zeg maar een must. Nestcontrole wordt niet zo goed verdragen.

Volière

Naast hygiëne is een regelmatige ontwormingskuur nodig. De volière moet ± 2,5 x 1 x 2 meter zijn hoewel een draadkooi van 1,5 x 0,6 x 1,5 meter ook kan. De vijgpapegaai is een warmtebehoevende vogel en de minimumtemperatuur moet 18° C bedragen. Alle vijgpapegaaien houden ervan dat de volière uit verschillende niveaus bestaat; dit wil zeggen dat de takken op verschillende hoogten geplaatst worden. Op die manier kunnen ze zich van boven naar onder bewegen en omgekeerd. De vijgparkiet weet dit te appreciëren.

Voeding

De voeding van de vijgpapegaai moet uit grote hoeveelheden fruit bestaan. Hieronder ook gedroogde vijgen die de avond voordien te week worden gezet. Bedenk dat iedere vogel minstens drie vijgen per dag nodig heeft, zelfs meer indien de vijgen niet groot zijn. Aan de vijgen moet twee- tot driemaal per week wat vitamine K worden toegevoegd. Het voorkomt bloedingen bij eileggende poppen en andere ongemakken. Verder, qua fruit, ook appel, peer, komkommer, courgette, wortel, granaatappel, zoete peper, druif, cactusvrucht en banaan.

Een zaadmengeling bestaande uit kleine zaden moet steeds ter beschikking staan behalve dan bij het grootbrengen van de jongen. Kweekervaring, ondermeer in het Loro Park, heeft aangetoond dat de jonge vogels geen zaden of hard fruit kunnen verteren. Dit voedsel gist in de krop met uiteraard de dood tot gevolg. Ook trosgierst kan gegeven worden en gekiemde zonnebloempitten worden eveneens aanvaard.

Fruitpulp, multigranenvlokken, dextrose, nectar en magere yoghurt kunnen ook ter afwisseling als verschaft worden.

Verse takken om te knagen zijn nodig om de snavels in goede conditie te houden en ook om het houtwerk van de volière en de zitstokken te sparen.

Dierlijk eiwitten tenslotte verhogen de kans op een sterk opgroeiend juveniel. Vooral de meelworm lijkt van belang te zijn bij de opfok van de jongen.

Slot

De vijgpapegaai komt zelden bij kwekers voor. Meestal is deze soort enkel te bewonderen bij de gespecialiseerde kweker en in vogelparken. Met dit artikel hoop ik evenwel een tip van de sluier die rond deze soort heerst te hebben opgelicht.