De Filipijnse kaketoe, een zeldzame volièrevogel

De Filippijnse kaketoe is buitengewoon zeldzaam als volièrevogel. Zelfs in vogelparken komt hij niet vaak voor. De import is steeds beperkt geweest en gebeurde slechts van tijd tot tijd. De Nederlandse kweker Wilgerd De Koning, die de trotse bezitter is van enkele paren, was zo vriendelijk mij te helpen bij het samenstellen van dit artikel.

Duits: Rotsteiszkakadu

Engels: Red-vented cockatoo

Frans: Cacatoès des Philippines

Wetenschappelijk: Cacatua haematuropygia

Beschrijving

Man: De algemene kleur van deze kaketoe is wit. De oordekveren zijn enigszins geelachtig tot roze. De basis van de veren van de kleine maar brede kuif is geel en rose. De onderzijde van de vleugels toont bleekgeel. De onderstaartdekveren zijn oranjerood. De onderzijde van de staart heeft een donkergele tint. De oogring is naakt en wit, soms blauw getint. De snavel is grijsachtig wit. De poten zijn grijs. Het gewicht is ± 300 gram. Grootte: ± 31 cm.

Pop: Als de man maar wel iets kleiner.

Dimorfisme: De man heeft donkerbruine ogen; de pop roodbruine. Hij is veelal een ietsje zwaarder dan zij.

Jongen: Als een volwassen vogel maar met een bruine iris. Het oog krijgt zijn definitieve kleur tijdens het derde levensjaar.

Geluid: Deze kaketoe is de minst luidruchtige van alle kaketoes. Zijn stemgeluid is niet krachtig en hij krijst alleen ’s morgens en ’s avonds. Het is te vergelijken met het geluid van de helmkaketoe (C. fimbriatum).

Verspreiding: Komt voor op en rond de Filippijnse eilanden waar hij vooral de wouden bewoont. Er zijn geen ondersoorten.

Wildleven

Er is weinig gekend over de kweek in de wildbaan. Hij nestelt gewoonlijk in de periode mei tot juni. Er worden drie tot vier eieren gelegd die door beide ouders uitgebroed worden. De vogels hebben hiervoor vier- tot zesentwintig dagen nodig. De jongen blijven acht weken in de nest.

Agressief

Kaketoes zijn over het algemeen vrij agressieve vogels. Voor de Filippijnse soort is dit niet anders. Het gebeurt dat de man de pop doodt. Heeft de liefhebber te maken met een agressieve man dan kan dit opgelost worden volgens de methodes die ik in mijn vorig artikel over de Ducorps kaketoe aangehaald had.

Volière

De betere huisvesting is een ijzeren volière van minstens 4 x 2 x 2 m (l x b x h) met een aangrenzend, beschermend nachthok tegen de vorst. De volière mag niet te smal zijn, aangezien de pop dan geen enkele kans heeft om te ontsnappen aan de grillen van de man.

De vloer van het nachthok is van beton en de bodem van de buitenvolière kan men best in zijn natuurlijke staat laten. Zorg wel voor een fundering van 50 cm omdat kaketoes over het algemeen goede gravers zijn.

Gebruik een sterke volièredraad want ook deze kaketoe bijt door een te dunne draad gewoon heen. Wel is het zo dat heden de meeste kwekers gesloten wanden verkiezen en enkel aan de voorzijde draad dulden. Het voorkomt dat de vogels elkaar hinderen.

Tegenwoordig zijn ook de draadkooien in. Dit heeft voor -en nadelen.

De voordelen zijn:

  • De vogels zitten steeds proper.
  • Ze kunnen geen wormen krijgen.
  • Men moet ze niet vaak storen voor reiniging.
  • Het neemt minder plaats in dan volières.

De nadelen zijn:

  • Is niet voor alle soorten geschikt.
  • Krijgt de man een bui van agressie, dan moet er voor de pop gevreesd worden.
  • Een kaketoe uit een draadkooi vangen is geen sinecure. Alleen is dit haast onmogelijk.

Verzorging

Als zaadmengeling wordt er een kleine hoeveelheid zonnebloem- en pompoenpitten aangeboden. Verder een mengeling voor kleine parkieten. Tarwe, gepelde rijst, halfrijpe maïs, zeer veel fruit en groenten (appel, peer, rozenbottel, rode biet, bessen, …) geweekte en gekiemde zaden vervolledigen het menu. Maar weet toch dat de Filippijnse kaketoe dol is op de rode zaden van de granaatappel. Deze zaden zijn overigens makkelijk onder het eivoer te mengen. Wekelijks een takje trosgierst breekt de dagelijkse routine.

Wilgerd verstrekt hierbij ook nog witte zonnebloempitten en een groffe papagaaienmengeling evenwel zonder pinda’s. Walnoten worden driemaal per week aangeboden.

Een sepiaschelp houdt het kalkgehalte op peil. Ook een goede gritmengeling van grove oesterschelpen en grove maagkiezel mag niet ontbreken. Verder is er steeds een jodiumsteen aanwezig en, hoeft het geschreven, steeds vers drink- en badwater.

Ook deze kaketoe baadt graag en nog liever zit hij in de regen. Wel is het zo dat hij geen grote drinker is. Toch pleit ik er voor om dagelijks het water te verversen. Bevuild water is en blijft een bron van bacteriën!

Nestkast

Een goede nestkast heeft volgens Wilgerd volgende afmetingen: 60 x 30 x 30 cm (l x b x h) en is best uit zeer sterk materiaal vervaardigd. Dit woonblok gaat wel een jaar mee maar wordt in die tijd volledig gesloopt.

Een goed alternatief is het gebruik van een holle boomstam. Dit heeft ongetwijfeld een paar voordelen. Om te beginnen oogt dit veel fraaier dan een gewone nestkast. Ten tweede zijn er hier geen naden waar mijten en luizen kunnen huizen en ten derde, en niet onbelangrijk, de kaketoes kunnen deze boomstam makkelijker bewerken tot een goed nest.

Maar welke nestkast u ook gebruikt, ontsmet deze op een regelmatige basis. Het voorkomt veel onheil! Zelf gebruik ik hiervoor Virkon S. Ook brand ik elke nestkast binnenin af met een brander. Een kleine vlam doodt ieder ei van gelijk welk ongedierte.

Als nestvulling komt er een klein beetje turf in gemengd met gekapte beuk of gemalen kemp. Dit laatste is overigens ook een goed ontsmettingsmiddel!

Er worden ook geregeld takken aangeboden die de vogels fijn knagen in het nest.

Blijven de vogels het nest vernielen dan duidt dit er op dat deze nestkast hen niet bevalt of dat er geen voldoende knaaghout aanwezig is.

Kweek

De reeds geciteerde Nederlandse kweker kweekt met verschillende paren Filippijnse kaketoes. Zijn kweekvolières zijn zes meter lang en 1,25 meter breed. Volgens hem moeten de vogels toch vier tot zes jaar oud zijn voor er aan kweken wordt gedacht. Merkwaardig is wel dat de pop om de drie dagen een tamelijk groot ei legt. Momenteel (eind mei) liggen er verschillende jongen in de nestkasten.

Naast de reeds beschreven voeding komt hier eivoer bovenop waar geen vitaminen worden aantoegevoegd. Eénmaal per week krijgen zijn vogels kiemzaad dat bestaat uit een combinatie van volgende zaden: katjang idoe, saffloerpitten, tarwe, boekweit, paddi en gepelde haver.

Als grit mengeling geeft hij het klassieke duivengrit waar de vogels telkens over kunnen beschikken.

Belangrijke weetjes

De Filippijnse kaketoe staat bekend voor zijn gevoeligheid voor de bek- en veerrotziekte. Zo staat toch vaak in de literatuur te lezen. Een test hierop is dus bij aankoop geen weggesmeten geld. Vraag bij aankoop steeds om een zeer recent attest via een vogelarts uitgevoerd in een erkend labo!

Een nieuwe aanwinst moet telkens een quarantaineperiode van dertig dagen ondergaan.

De Filippijnse kaketoe vertoeft niet zo graag op de bodem waardoor hij dus ook niet zo snel een worminfectie oploopt. Niettemin is een vaccinatie driemaal per jaar wel aangewezen.