De bruinkoppapegaai, uniek in karakter en gedrag

De bruinkoppapegaai is nog een tamelijk onbekende Poicephalus. Naar verluidt is dit te wijten aan zijn minder opvallende kleuren die, overigens, voor man en pop gelijk zijn. De pop zou wat minder zwaar gebouwd zijn en heeft een kleinere en wat smallere kop en bek. Endoscopische geslachtsbepaling is echter de zekerste weg om een koppel samen te stellen. De vogel bezit over een luide en krachtige roep die evenwel enkel wordt geslaakt bij gevaar.

Frans:Perruche à tête Brun

Engels: Brown-headed parrot

Duits: Braunkopfpapagei

Wetenschappelijk : Poicephalus cryptoxanthus

Beschrijving

De beide geslachten zijn groen van kleur met een iets heldere tint aan de onderkant. De kop en de nek zijn donkerbruin naar de rug toe overgaand naar groenbruin. Deze parkiet heeft zilvergrijze oordekveren en zijn vleugels zijn donkergroen met hier en daar heldere omzomingen. De slagpennen tonen blauw. De ondervleugeldekveren zijn geel. De stuitbevedering bezit een donkere olijfgroene tint. De bovensnavel is grijsblauw; zwart naar het uiteinde toe. De ondersnavel is heel lichtgeel neigend naar wit. De washuid is zwart. De iris is geel, de oogring toont grijsbruin. De poten zijn grijszwart. De jongen zijn bleker dan de ouders en hebben donkerbruine irissen. De nek, de kop, de hals en de bovenborst tonen bij de juvenielen een olijfgele aanslag. Grootte: ongeveer 22 cm.

Ondersoorten

  • P. c. cryptoxanthus = de nominaatvorm;
  • P. c. tanganyikae is als de nominaatvorm maar is helderder groen. Aan de onderzijde van het lichaam zelfs hevig geelgroen.
  • P. c. zanzibaricus: is als de nominaatvorm maar de kop is duidelijker donkerder bruin en het onderlichaam is blauwgroen.

Herkomst

De bruinkoppapegaai wordt teruggevonden in de zuidoostelijke kuststreken van het Afrikaanse continent, noordelijk tot in Tanzania en zuidelijk tot in noordoostelijk Zuid-Afrika. In het wild wordt hij zelden alleen aangetroffen maar bevindt de vogel zich in kleine groepjes bestaande uit circa twaalf vogels. De bruinkoppapegaai heeft een luide en scherpe roep. Het liefst houdt hij zich, net als de andere Poicephalussoorten op in schaduwrijke gebieden.

Voedsel

Zijn voedsel vindt hij er overwegend in de bomen. Hij eet daar van de boomzaden, de vruchten, de noten en de bessen. Verder is hij verzot op wilde vijgen en de zaden van inheemse bomen als Acacia nigrescens, Pseudocadia, Zambesiaca, Andansonia digitata en de nectar uit de bloemen van Kigelia Pinnata. Maar ook mais in de kolf en tarwe behoren tot het menu. Net zoals dit het geval is bij de Senegalpapegaai, een andere en meer gekende Poicephalussoort, is het een aanrader om deze vogel in de volière een olierijke zaadmengeling aan te bieden. Dit stimuleert bij hen de broeddrift. Persoonlijk opteer ik voor de african loro parque mix van Versele-Laga. Nu en dan een toevoeging van wal- en hazelnoten kan beslist geen kwaad. Let wel: noten zijn zeer snel beschimmeld. Hou er rekening mee! Driemaal per week beschikken ze over vers kiemzaad dat bestaat uit Versele laga kiemzaadmengeling voor papegaaien en de kookmengeling van Versele laga Dinner Mix. Dagelijks is er vers drink - en badwater. Sepia, jodiumsteen en een gritmengeling van oestergrit, scherpe maagkiezel en klassieke grit ontbreken nooit. Deze zaken hebben alle vogels nodig om hun lichaam van de nodige mineralen en vitaminen te voorzien. Wekelijks krijgen ze calcium bij hun drinken gevoegd. Dit wordt gegeven om eventuele kalkproblemen, eigen aan deze soort, te vermijden. Weet dat de Poicephalussoorten om veel kalk vragen. Een gemis eraan leidt tot jonge vogels met misvormingen als spreidpoten, misvormde tenen en een kromme rug. Verse takken en dennenappels worden geregeld gegeven als bezigheid. Deze vogel houdt ervan om besproeid te worden en is, eens aan zijn baasje gewend, niet schuw. Verder krijgen mijn vogels elke dag een mix van vier soorten fruit en/of groenten die dagelijks varieert. Zo is er keuze uit appel, peer, druif, banaan, sinaasappel, komkommer, wortel, rode biet, paprika en vijgen. Het eivoer dat ik geef bestaat uit Versele laga gold paté, tropical fruit paté en insect paté gemengd met wit brood, rusk, biergist, vitaminen en natgemaakt met appel, wortel en/of rode biet.

Kweek

Bij een koppel waar het klikt, zoals we zeggen, is het een opvallend feit dat man en pop ervan houden om elkaar voortdurend te aaien. Ze zijn omzeggens onafscheidelijk. Naar wordt gezegd zouden de Poicephalussoorten beter kweken in kooien dan in volières. Zelf heb ik mijn koppel gehuisvest in een open draadkooi van 150 x 60 x 70 cm hoewel ik, eerlijkheidshalve, ze ook liever in een volière zie met genoeg klim-, knaag- en ander bezigheidsmateriaal. Want, toegegeven, mijn kweekervaringen met papegaaien in kweekbakken zegt me dat die resultaten lang niet altijd zo denderend zijn als wel wordt beweerd. Een geschikte volière zou minimum twee en een halve tot drie meter lang moeten zijn, twee meter breed en twee meter twintig hoog. Het koppel dat ik bezit is net drie jaar oud en ik heb reeds verschillende paringen, steeds onder de morgen, kunnen waarnemen. Van de bruinkop is geweten dat hij het niet te nauw neemt voor wat de nestkast betreft. Zelf gebruik ik er één die 30 x 30 x 40 cm groot is maar, zoals gezegd, andere kunnen gerust ook. Waar de geïnteresseerde liefhebber wel oog moet voor hebben is dat er geen zonlicht in het invlieggat kan vallen. Gebeurt dit toch dan verkleint de kans op een kweekresultaat zienderogen. Ik merkte reeds op dat de Poicephalussoorten zich in hun natuurlijk milieu ook graag ophouden in lommerrijke gebieden, vandaar. Als nestmateriaal gebruik ik gekapte beuk. Op het moment dat ik deze tekst schrijf zijn de vogels volop bezig deze fijn te knagen. Overigens, wist u dat de kweekperiode zich situeert in de periodes mei en oktober hoewel er gevallen zijn dat deze vogel het ganse jaar door kweekt en meerdere rondes doet. De pop legt twee tot drie eieren die door haar in ongeveer zesentwintig dagen worden uitgebroed. Na vierenvijftig dagen vliegen de jongen uit en na nog eens vijf tot zes weken zijn ze zelfstandig.

Goed om weten

  • Een jonge bruinkoppapegaai is zeer geschikt als huiskamervogel. Het is zelfs mogelijk een dergelijk exemplaar een paar woorden te leren spreken.
  • Koloniebroed blijkt mogelijk te zijn indien de vogels beschikken over een zeer ruime volière met genoeg nestkasten die niet te dicht bij elkaar hangen.
  • Net als de Senegalpapegaai is de bruinkop zeer gevoelig voor wormen; een geregelde vaccinatie is noodzakelijk.
  • Huisvest ze bij voorkeur nooit in de nabijheid van Zuid-Amerikaanse parkieten. Deze laatsten zijn over het algemeen luidruchtig en de Poicephalussoorten houden nu éénmaal van rust en privacy.
  • Het is een sterke soort, vogels die dertig jaar oud worden zijn geen uitzonderingen.
  • Als mutatie is er een bonte vorm. Deze vogels beschikken over een hoeveelheid gele pluimen verspreid over het lichaam.
  • Importvogels moeten steeds beschikken over de nodige attesten. U moet weten dat in Afrika de veerrotziekte nogal eens voorkomt; vandaar.